11 jan. 2023

leesduur 13 min.

 "Och God, och God!"

 

Wat nú dan ??? Wat heeft God met deze post te maken heeft..?

Mijn tweede en gelukkig laatste psychose omschrijf ik hier:

 

Zoals ik schreef in mijn eerste blog kon ik nadat ik hersteld was van de psychose in Griekenland gelukkig mijn werk als dokterassistente weer oppakken en leerde ik een half jaar later mijn man kennen.

We trouwden in 1995 en in 1997 werd onze dochter geboren.

Na een nogal zware bevalling was ik vrij snel flink actief. Ondanks dat ik na de bevalling eigenlijk nog rustig aan moest herstellen. Ik had mijn pijpje leeg, maar Ik wilde alles perfect doen.

Ik hield ons dochtertje nauwlettend in de gaten. Ik was continu alert.

Ik was kapot moe, maar elke moeder is toch moe? Niet zeuren dus, en door. Hup ons hummeltje verzorgen, huishouden tip top en naar buiten. Wandelen en gelukkig zijn.

Waarom noem ik dat laatste? 

 

Ik was helemaal niet gelukkig. Ik was gejaagd en vreselijk moe.

Alsof een motortje mij zo hard aandreef dat ik het tempo nog maar net kon bijhouden.Ik liep heel wat kilometers per dag. Dan was onze kleine meid rustig aan was ze helemaal geen 'moeilijk baby' maar een tevreden kindje. Kraamvisite kwam in de middag en in de avond.

Kon best vond ik... Maar gaandeweg raakte ik compleet uitgeput.

Ondertussen waren er van alle kanten helpende handjes.

Er was zelfs een schema opgesteld om continu oppas te hebben. Niet eens zozeer oppas voor ons dochtertje, maar voor mijzelf.

Om me zoveel mogelijk rust te laten nemen. Alles werd van me overgenomen, maar het mocht uiteindelijk niet baten. Na 3 maanden kon ik nog geen glas meer optillen.

Ik wilde niet thuis weg van Rob en ons dochtertje

 

Ik heb eindeloos geknokt tegen een postnatale depressie.

Niet handig achteraf, maar ik wist toen niet beter dan dat 'schop onder de kont en hup' het beste was bij depressies.

Meteen rust nemen was beter geweest, maar ik was al te snel te ver over mijn toeren.

Onze huisarts verwees ons naar een psychiar die na een paar weken uiteindelijk een opname regelde.

 

"kom maar een tijdje bij ons logeren Claudy je hebt hard genoeg je best gedaan, dan kun je bijkomen. Dit gaat duidelijk niet meer."

 

Afscheid nemen:

Tranen met tuiten door uitputting en machteloosheid. Het voelde als falen. Dit was heftig maar ik wist ook dat het niet meer kon zo.


Ik werd opgenomen op de P.A.A.Z (psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis). 
Het was een drama, we wisten namelijk niet hoe lang ik weg zou zijn van huis.

Ik was bang want nu zou ik naar het gekkenhuis gaan. En voor hoe lang? Geen mens die het kon zeggen. En hoe gek zouden ze daar zijn! Je zou toch wel héél gestoord moeten zijn wil je daar verblijven?

Jeetje wat was dit zwaar.
Familie en vrienden laten weten dat je 'weggaat' .
Maar vooral het afscheid nemen van mijn man natuurlijk en van ons dochtertje die nog maar pas 3 maanden oud was. Ik schiet er nóg van vol nu ik het schrijf.

De middag voordat ik vertrok ben ik onze tuin ingelopen en heb staan huilen bij de rozenstruik.
Wat zou ik onze tuin missen. Wat zou ik álles missen. 

Die nacht hebben mijn man en ik ons stevig vastgepakt en niet meer losgelaten. Ook zeiden we niets, helemaal niets.
We hadden ieder onze gedachten. Wat overkwam ons toch allemaal. We hadden allebei onze zorgen om wat er komen ging.
Niet aan morgen denken, dacht ik dan raak ik van streek. Gewoon hier tussen twee werelden blijven hangen. De tijd stil en geen afscheid nemen.
 
 

De dag van de opname :

De opname duurde uiteindelijk 3 maanden.

De eerste 3 weken was ik zo slecht dat ik niet eens in de weekenden naar huis kon. Het heeft dus zin gehad ik voelde me een stuk beter toen ik weer naar huis kon.

Ondertussen was ons dochtertje een half jaar. Van deze tijd heb ik het grootste gedeelte gemist.

Het waren indrukwekkende maanden geweest, maar ik kon weer naar huis en kon daar verder herstellen. Weer leren vertrouwen op een hoofd wat me compleet in de steek had gelaten. Het was ook nog een heel proces om mijn structuur terug te vinden. Maar....nu kon ik moeder zijn zoals ik me dat had voorgesteld hoe het zou zijn.

 

Het zal toch niet wéér.....?!

De dag na de opname merkte ik dat ik sterker reuk had en ik zag wazig. Het leek alsof ik in een tunnel zat.

Alles klonk hol en van veraf. Ik werd er erg achterdochtig van en bang. Achteraf gezien was ik toen al psychotisch aan het worden.

Ik probeerde angstvallig alles op een rijtje te houden, maar dat lukte op de duur niet meer.

Ik begon mijn verstand te verliezen. Het zal toch niet weer....😮

 

Mijn hoofd maakte vervolgens een soort van kortsluiting en ik raakte prompt weer in een erg heftige psychose.

Weer raakte ik totaal de grip kwijt op de realiteit. 

En weer was aan de buitenkant mijn nachtmerrie niet te zien. Weer alleen angst. 

In mijn zieke hoofd voelde ik een enorme dreiging.

God fluisterde mij in dat ik totaal niets waard was en als ik niet in hem geloofde dat ik het dan niet waard was te leven.

Dit werd erg extreem. Ik werd tot op mijn knieën gedwongen en gekleineerd. 

Ik dreigde dood te gaan als ik niet genoeg zou geloven. Dan zou ik naar de hemel gaan en nooit meer terugkomen.... Dood. Klaar.

Hoe het kan dat ik dit nog weet? Staat in mijn oude dagboeken ik heb het toen meteen van me afgeschreven.

 

Hoe dan ook ik kon het niet alleen besefte ik in mijn gedachte. Naar de hemel wilde ik zéker niet. Ik riep om mijn man.

Hij zat aan mijn bed maar zei heel gedurfd: "Claudy je kunt alles van me vragen maar dit gaat me echt te ver.

Als god zó echt is laat hij je zo snel mogelijk met rust.

 

De arts was erbij en langzaam ontstond er meer contact met de 'buitenwereld'.

Ik had nog veel last van hallucinaties en wanen.

Hallucinaties en wanen verschillen van elkaar. Bij hallucinaties meen je echt dingen te zien, terwijl je bij wanen alleen denkt dat er wat is.

Ik hallucineerde dat ik spijkers at net als Pippi Langkous.  

Ook had ik een waan waarin ik er van overtuigd dat er een militair bataljon naar me op weg was.

Ik durfde gelukkig ondanks de angst de verpleging op te zoeken die nachtdienst had.

 

Fluisterend zei ik dat een groep militairen onderweg was en dat ze er bijna waren. Fluisterend ook liep een verpleegkundige mee naar mijn kamer.

Heel voorzichtig keken we of de militairen waren weggelopen en dus het gevaar geweken was. Echt bizar.

Hadden die verpleegkundigen anders gereageerd dan was ik beslist helemaal doorgedraaid zo sterk is een waanbeeld. Ontzettend beangstigend.

 

Er was nog steeds een depressie gaande, maar ik probeerde me zo goed mogelijk staande te houden.

Ik stond 's ochtends altijd op. Ik startte de dag met mijn dagboekje en wenste mezelf een goede dag. 

Ik sleepte me vervolgens naar de therapieën, want dat bood structuur. Te streng voor mezelf zei de verpleging, maar ik wilde zo graag naar huis.

Maar ik moest weer stabiel leren lopen aan de arm van mijn man en de vepleging. Ook het praten was moeilijk.

Mijn zelfvertrouwen was in mijn psychotische toestand totaal afgebrokkeld.

 

Ik huilde zelfs dat ik mijn béd niet zelf op kon verschonen😮. "help me alsjeblieft..."

Gelukkig zei de verpleegkundige dat hij wel zou komen helpen als bleek dat het echt niet lukte.

Natuurlijk lukte dat. Weer een stapje in de goede richting. Van daaruit het kon ik opbouwen.

Ik heb weer leren schrijven, fatsoenlijk woorden en zinnen spreken etc.

Iedere dag een wolkje tekst van de Donald Duck lezen en overschrijven voelde als een overwinning.

Ik kleurde nijntjes uit het Nijntje voorleesboek. Ik heb nog nooit iemand gesproken die zei dat het wel meevalt zo'n psychose.

Ik vond het in ieder geval echt vreselijk. 

 

Het was de 4e week van de opname (3 weken na de psychose) toen ik ons dochtertje voor het eerst de fles gaf.

Geweldig! Daarna was ik uitgeput, maar het was weer een stap in de goede richting.

Ondertussen had de arts zorgen om de binding tussen mij en ons dochtertje.

We besloten dat ook zij naar de afdeling zou komen 'logeren'.

Ik wilde wél dat er een slot op mijn kamerdeur kwam. Ik wist hoe 'gek' ik zelf was geweest.

Wat ik beslist niet wilde was dat iemand op de kamer kwam, terwijl ons mupke haar middagdutje deed.

Ikzelf volgde de therapieën en zorgde voor ons kindje. 

 

Dit hebben we ongeveer 4 weken gedaan. Iedere vrijdag en zondagavond volksverhuizing.

Wandelwagen, het badje, speeldeken etc. etc.

Alles wat een baby nodig heeft om te 'logeren'. Het kinderbed werd van de kinderafdeling geleend.

Iedere vrijdag gingen we naar huis maar op zondag ook weer terug naar de afdeling. 

 

Naar huis, heerlijk!

De opname duurde uiteindelijk 3 maanden.

De eerste 3 weken was ik zo slecht dat ik niet eens in de weekenden naar huis kon. Het heeft dus zin gehad deze opname.

Ik voelde me een stuk beter toen ik weer naar huis kon.

 

Ondertussen was ons dochtertje een half jaar. Van deze tijd heb ik het grootste gedeelte gemist.

Het waren indrukwekkende maanden geweest, maar ik kon weer naar huis en kon daar verder herstellen.

Weer leren vertrouwen op een hoofd wat me compleet in de steek had gelaten.

Het was ook nog een heel proces om mijn structuur terug te vinden.

Maar....nu kon ik moeder zijn zoals ik me dat had voorgesteld hoe het zou zijn.

Dit is dus mijn eerste ervaring ook geweest met de opnamekliniek en ik kan gelukkig zeggen dat deze ervaring positief is geweest.  

Ik deel hier een stukje uit een filmpje van Dr. Mir.

Dr Mir TV brengt 'psychiatrie uit de praktijk'. In heldere taal wordt uitleg gegeven over psychiatrische aandoeningen, behandeling en medicatie, met verhalen uit de praktijk.

Dr. Mir is psychiater Mireille Boerma.

Zij heeft een zelfstandige praktijk in Amstelveen.

Reacties

Reactie plaatsen